Ik heb een meisje in de klas die Joyanne heet. Ik vond het wel mooi. Je spreekt het uit als Sjoj-en. Beetje tussen Engels en Frans in, zeg maar.
Exclusives
Verwijderde scenes en andere dingen die ik niet in Syreni heb gedaan maar er wel mee te maken hebben vind je op deze pagina.
Ook zet ik hier andere dingen op, zoals boeken- en muziektips.
Dit was de orspronkelijke proloog. Ik heb hem weggehaald omdat het in het bin niets met Syreni te maken heeft.
‘Meisje? Kun je praten? Kun je je ogen openen?’
Het kind lag op haar buik, een bloem stevig in haar handen geklemd. Ze bewoog niet, maar was niet dood.
‘Hier ligt een jongen!’ riep de man.
De vrouw en de man hadden door het bos gelopen, gewoon gelopen en waren zo tegen deze kinderen opgelopen. Naakt, klein, nog geen twee jaar oud. Wat deden ze in een koud bos, midden in de nacht?
Toen zag de vrouw dat het meisje iets onder haar andere arm had liggen. Een kleine baby, nog geen jaar oud, gokte de vrouw.
Ze vonden er vijf. Twee jongens, twee meisjes en een baby. Allemaal naakt en allemaal met bloemen in hun hand en geklemd.
Ze namen ze alle vijf mee naar huis. Ze hadden geen verwondingen en de man weigerde de kinderen nu naar het ziekenhuis zouden brengen, aangezien ze toch niets mankeerden. Zodra ze wakker zou worden, zouden ze naar het politiebureau gaan.
Rond middernacht ontwaakte de twee jongens en een van de meisjes. Ze hadden door waar ze waren, sprongen uit het raam alsof ze al jaren bekend waren met rennen, lopen, springen, klimmen. Ze vluchtten, en lieten het laatste meisje en de baby achter.
Toen de vrouw de volgende dag de kamer binnenkwam, slaakte ze een gil. De kinderen waren weg. Ontvoert, dacht ze. Behalve het meisje en de baby.
En het meisje staarde haar aan.
De vrouw knielde bij haar neer. ‘Het alles goed met je, meisje?’
Het meisje nam de woorden goed in zich op en sloot haar ogen. ‘Mevrouw, moet u dat echt nog vragen?’
De vrouw schrok. Dit kind kon even goed praten als de meeste volwassenen. Ze klonk helemaal niet als een kind.
‘Weet je je naam nog, kindje? En wie is dat?’ De vrouw wees naar de baby.
‘Vijf. We waren met zijn vijven. Waar zijn ze?’ Het meisje ging rechtop zitten, maar kon ze niet vinden.
‘Ik weet niet waar ze zijn, lieverd. Ik wil je helpen. Heb je een naam?’
Ze sloot haar ogen weer en probeerde de vrouw buiten te sluiten terwijl ze nadacht. ‘Nee, mevrouw. Ik heb geen naam. Niet meer.’
10-11-2012
Heeeeeeey,
Ik heb jullie hulp nodig!!!
Jullie kennen de twee 'vrienden' van Ailey toch nog wel?
Ze zijn voorlopig nog naamloos, maar ik wil ze snel namen geven.
Het zou natuurlijk leuk zijn als ze namen zouden krijgen die jullie bedacht hebben!
Dus als je een leuke naam weet (of gewoon je eigen naam) zet hem dan onderaan dit bericht.
Alsvast heel erg bedankt!
Marieke
Onderwerp: Namen?
Nieuw bericht
Hier is een klein stukje dat ik eigenlijk ik hoofdstuk 18 wilde zetten, maar er op het laatste moment uitgehaald heb.
O nee, Mijn Michey Mouse pyjama. Die paste ik helemaal niet meer.
'Is er iets?' vroeg Justin me toen hij me zag kijken.
'Ehm, ik vrees dat ik geen pyjama bij me heb,' bekende ik uiteindelijk blozend.
'Tja,' antwoordde hij, zijn schouders ophalend. 'Dan zul je of in je kleren of naakt moeten slapen.'
Ik keek hem geschokt aan, totdat ik zag dat hij grijnsde. Aha. Justin maakte een grapje. 'Ha, ha,' zei ik sarcastisch.
Hier is, zoals belooft, een hoofdstuk door Ailey's ogen.
Ailey
Toen ik rond negen uur in de eetzaal verscheen, zat alleen Brynne er nog.
‘Hé, is er nog iets over?’ vroeg ik toen ik naast haar op het bankje ging zitten.
Brynne nam nog een laatste hap van haar pudding. ‘Ze maken nu eten voor de Syrenies.’ Ze lachte. ‘Vis met mensenvoet, waarschijnlijk.’
Ik lachte niet mee. ‘Ah, juist. Wanneer is de volgende ronde?’
Brynne keek op haar horloge. ‘Om acht uur in de ochtend is er ontbijt, maar voor de nachtpatrouille is er om half drie avondeten. Misschien kun je dan…’
‘Nee, dank je. Ik ga wel even in de keuken kijken.’ Ik wilde opstaan, maar Brynne hield me tegen. ‘Taylor zoekt trouwens naar je.’
‘Wanneer niet?’ Britt, de beste vriendin van Brynne (iedereen noemde ze de B’s), kwam ook de eetzaal ingelopen. ‘Echt, hoor. Ik ken die jongen al zo’n tien jaar en alles wat hij doet is zoeken naar Ailey. Wordt hij daar nooit moe van?’
Ze liet zich aan de andere kant van Brynne op het bankje zakken en wreef in haar ogen. ‘Ik wil nooit meer avondpatrouille. Mijn aflosser was veel te laat en nu heb ik het eten gemist.’
‘Ik heb ook nog niet gegeten. Anders gaan we even naar Kyle?’ Kyle was degene die over het eten ging. Niet zo zeer de kok, want dat waren er wel meerdere. Hij was gewoon degene die… nou ja, ging over alle kokken en het eten dat geserveerd werd.
‘Goed idee.’ Britt was alweer opgestaan.
‘Ik ga mee!’ zei Brynne terwijl ze overeind schoot.
We liepen de eetzaal door en kwamen in de keuken terecht. De koks waren bezig om het eten (geen vis met mensenvoet) op borden te verdelen.
Kyle zag ons staan en kwam op ons afgelopen. ‘Meisjes, wat doen jullie hier? Jullie diner was om acht uur.’
‘Weten we,’ zei Britt, die altijd veel meer gedaan kreeg dan ik, ‘maar ik en Ailey hebben het gemist. Kunt u misschien…’
‘Dan eet je maar met de nachtpatrouille mee. Ik kom al tekort voor de Syrenies! Al die zeewezens in dit gebouw… afschuwelijk!’ Kyle snoof. ‘En nu mijn keuken uit! Jullie vervuilen het hier alleen maar met jullie ongewassen handen.’
Britt en Brynne gingen samen met Florian en Ava de stad in om iets te eten, maar ik bleef op de basis.
Ik brak de regels liever niet. Ik voelde me altijd naar als ik het deed. Zeker als Taylor me er steeds aan bleef herinneren dat ik regels aan het overtreden was.
Ik liep richting mijn kamer toen ik opeens een appel naar mijn hoofd gegooid kreeg.
‘Au!’ Ik draaide me om. ‘Munro! Taylor! Dat is niet grappig!’ riep ik boos.
Munro lachte. ‘We hebben eten voor je, aangezien Taylor ook nog niet gegeten had zijn we de stad in geweest.’
Natuurlijk, Taylor. Lok Munro maar naar de duistere kant. ‘O, dat is heel aardig, maar ik…’ Oké, ik wist niets.
‘Kom op, Ail. Ik weet dat je honger hebt en wij weten allebei dat je een broodje met jam en chocoladepasta niet kan weerstaan.’ Taylor hield een broodtrommel in zijn hand en reikte hem mij aan.
Hij kende me te goed. Mijn merkwaardige, favoriete eten was brood met jam en chocoladepasta. Je pakte twee witte broodjes, op de ene smeerde je jam en op de ander pasta en dan plak je ze als het ware op elkaar.
Taylor was de enige die me er niet belachelijk mee maakte.
Oké, waar die gedachte vandaan kwam weet ik even niet. ‘Dank je wel, maar ik eet met de nachtpatrouille mee.’ Wat heb ik gezegd?
Hij lachte zacht, trapte niet in mijn act. ‘Oké, wat jij wilt. O ja, en Emily slaapt op mijn kamer, dus ik vrees dat dat extra bed in jouw kamer vannacht toch gebruikt gaat worden.’
Ik slikte. ‘Waarom laat je Emily daar niet slapen?’ vroeg ik.
Taylor lachte. ‘Ze vertrouwt ons volgens mij niet helemaal. Ik denk niet dat ze voldoende nachtrust krijgt als ze met een van ons in één kamer ligt.’
Munro kwam tussen beide. ‘Anders slaap jij in mijn bed, Ailey. Dan ga ik wel bij Taylor op de kamer.’ Ach, mijn lieve niet-echte-maar-toch-echte broertje.
‘Dank je wel, Munro. Dat is heel aardig van je.’ Ik wendde me tot Taylor. ‘Is dat oké?’
Taylor haalde zijn schouders op, deed alsof het hem niets kon schelen. Of misschien kon het hem wel niets schelen. ‘Ja, hoor. Ik moet wel nog even eten gaan regelen voor June en haar gasten. Zie je wel weer.’
En terwijl Taylor wegliep, gevolgd door Munro, realiseerde ik me opeens wat. June, Justin en zijn broertje Stef, een te kleine bank en een gigantisch bed.
O. Arme June.
Ik rende naar mijn kamer en pakte het matras van mijn bed. Ik kon later wel een andere halen. Ik kon me wel inbeelden hoe gênant het kon zijn als je in één bed moest liggen met iemand waarvan je niet weet wat je voor hem voelt.
Met mijn matras onder mijn arm liep ik naar June’s kamer en klopte ik aan.
Er werd niet opengedaan. Vreemd. Misschien sliepen ze al…
De deur ging open en June stond met een wazig hoofd en een pyjama in de deuropening.
Toen June niets zei, maar me alleen slaperig aankeek, zei ik: ‘Ik wilde alleen even kijken of jullie een matras of zo nodig hadden.’ Nieuwsgierig keek ik de kamer in. ‘Slaap jij op de bank?’
Ze schudde haar hoofd. Net wat ik dacht. Alle opties overwegend had ze geen andere keuze gehad.
‘Dank je wel,’ zei ze en ze klonk oprecht.
Het voelde alsof er een last van me afviel zodra ze het matras overnam, zowel letterlijk als figuurlijk. ‘Graag gedaan,’ zei ik begripvol.
Toen ik bijna bij mijn kamer was, liep ik de grootmeester tegen het lijf. ‘Hé, Ailey. Jij hebt nog niets gegeten, hoorde ik?’
Ik knikte. ‘Nee, meneer.’
Hij knikte ook. ‘Ik laat de corveeploeg wel wat te eten naar je kamer brengen.’
O nee. Hoe moest ik hem uitleggen dat ik niet op mijn kamer zou slapen vannacht. ‘Hoeft niet. Taylor heeft broodjes gehaald.’ Ik wist dat de grootmeester het wel gewend was van Taylor.
Hij zuchtte. ‘Op een dag doe ik die jongen nog wat,’ maar het klonk als een grap. ‘Welterusten, Ailey.’
‘Goedenacht, grootmeester.’
Ik wachtte tot de grootmeester de hoek om was geslagen voordat ik Munros kamer inliep.
Munro lag daar, op zijn bed, te slapen.
En Taylor zat op de bureaustoel en keek me recht aan. ‘Jouw matras was weg en ik wel hem niet in mijn bed hebben, dus is hij maar hier gaan slapen. Ik heb hem nog gezegd dat hij bij jou in bed kon slapen, maar dat wilde hij absoluut niet,’ legde hij uit voordat ik de kans had om een vraag te stellen.
‘Is niet erg. Ik ga wel even kijken of er in een van de slaapzalen nog plek is.’ Ik wilde de kamer alweer uitlopen, maar Taylor stond op en pakte me bij mijn pols.
‘Dat hoeft toch helemaal niet, Ail. Jij kunt gewoon in mijn bed slapen.’
‘Jij zei net dat je niemand in je bed wilde hebben,’ wees ik hem terecht.
Taylor schudde zijn hoofd. ‘Ik wil Munro niet in mijn bed hebben. Hij praat in zijn slaap en zweet teveel.’
‘En dus?’
‘Nou ja, aangezien er geen matrassen meer over zijn zou ik uiteindelijk bij hem in bed moeten slapen.’
Toen viel bij mij het kwartje pas. ‘Ho, wacht. En jij denkt dat wij wel samen in een bed kunnen slapen?’
Hij haalde zijn schouders op.
‘O, wauw. Jij bent zo niet subtiel. Dag, Taylor.’ Ik rukte me los en vluchtte zo snel ik kon de kamer uit.
Na een paar uur rondgedwaald te hebben, moest ik bekennen dat ik toch erg moe was. Misschien waren June en Justin al wakker en kon ik daar gaan slapen?
Ik klopte voorzichtig op de deur.
Toen er niet werd opengedaan, duwde ik hem voorzichtig open. Ik zag Justin op het bed liggen op hetzelfde moment dat ik June’s hoofd onder de dekens zag.
Ik pakte het matras van de grond en sleepte het mee, de gang op.
Langzaam nam ik mijn matras mee naar mijn kamer, maar toen ik daar aankwam, bleef ik staan.
Taylor lag in het extra bed, de dekens lagen half over hem heen. Ik dacht even dat hij sliep, maar toen opende hij zijn ogen en murmelde: ‘Nou, jij bent een doorzetter, vogeltje.’
‘Ik heb een matras, dus ik kan in mijn eigen bed gaan slapen,’ vertelde ik hem.
Hij haalde een schouder op en legde een hand voor zijn ogen. ‘Roep maar als je iets nodig hebt. Nou ja, roep maar niet. Dan krijgen we alleen maar problemen.’
Ik zuchtte en gooide het matras op mijn bed. Vervolgens liet ik me erop zakken. Mijn matras was dun en niet erg comfortabel, dus meestal sliep ik in het bed waar Taylor nu lag. Niet dat dat mocht, want hij was gereserveerd voor iemand die nog niet aangekomen was, maar mijn matras was echt niet fijn.
Ik probeerde een tijdlang om lekker te liggen. Ik bleef woelen en draaien, totdat opeens Taylor naast mijn bed stond.
‘Wat is er?’ vroeg ik.
Voordat ik kon protesteren tilde hij me op en gooide me zowat op het andere bed. ‘Je hield me wakker,’ vertelde hij terwijl hij het andere bed in kroop.
Nu ging ik me nog schuldig voelen ook. ‘Dat matras ligt niet…’
Taylor tilde zijn hoofd op. ‘…erg lekker? Weet ik. Het was eerst mijn matras, dus ik ben er wel aan gewend.’
‘Je bedoelt…’
‘Jep. Taylor is de slechterik, dus hij krijgt het dunne matras. Het zou je niet moeten verbazen, vogeltje.’
Ik zuchtte en nestelde me in de dekens. ‘Slaap lekker, Taylor.’
Er heerste een lange stilte. Toen zei hij: ‘Jij ook, vogeltje.’